Waarom oordeelt en tuchtigt God de mens?
God zegt:
"Voordat de mens werd verlost, had Satan hem al behoorlijk vergiftigd en na duizenden jaren door Satan verdorven te zijn, is er bij hem een natuur ontstaan die zich tegen God verzet. Dat betekent dat toen de mens was verlost, dat niets meer dan een zaak van verlossing was, waarbij de mens tegen een hoge prijs gekocht was, maar waarbij de giftige natuur binnenin hem niet was geëlimineerd. De mens die zo bezoedeld is, moet een verandering ondergaan voordat hij het waard is om God te dienen. Door middel van dit werk van oordeel en tuchtiging zal de mens volledig de vuile en verdorven essentie van zichzelf leren kennen en hij zal volledig kunnen veranderen en schoon kunnen worden. Alleen op deze manier kan de mens waardig tot de troon van God terugkeren."
...·...·...·...·...·...·...·...·...·...·...·...·...· ...
"Je weet alleen dat Jezus zal nederdalen tijdens de laatste dagen, maar hoe precies zal Hij nederdalen? Kan een zondaar zoals jij, die net is verlost en niet is veranderd of vervolmaakt door God, naar Gods hart zijn? Voor jou geldt dat jij, die nog steeds je oude zelf bent, inderdaad gered bent door Jezus en dat je niet beschouwd wordt als een zondaar vanwege de redding door God, maar dat bewijst niet dat je niet zondig bent en niet onzuiver bent. Hoe kun je heilig zijn als je niet veranderd bent? Van binnen ben je overladen met onzuiverheid, zelfzuchtig en verachtelijk, maar toch wil je nederdalen met Jezus - dan zou je wel boffen! Je hebt een stap overgeslagen in je geloof in God: je bent alleen nog maar verlost, maar je bent nog niet veranderd. Om naar Gods hart te zijn, moet God persoonlijk in jou werken door je te veranderen en te zuiveren. Als je alleen verlost bent, zul je niet in staat zijn om heiligheid te verkrijgen. Op die manier ben je niet gekwalificeerd om te delen in de goede zegeningen van God omdat je een stap mist in Gods werk van het managen van de mens, en wel de cruciale stap van verandering en vervolmaken. Daarom ben jij, een zondaar die net is verlost, niet in staat om rechtstreeks de erfenis van God te erven."
...·...·...·...·...·...·...·...·...·...·...·...·...· ...
"Niemand zoekt actief naar Gods voetstappen of verschijning en niemand wil onder de hoede van God bestaan. De mens is eerder bereid om te vertrouwen op de aantasting door Satan en de duivel, zodat hij zich aan deze wereld en aan de leefregels van de slechte mensheid kan aanpassen. Op dit punt zijn het hart en de geest van de mens geofferd aan Satan en dienen ze hem als voedsel. Bovendien worden het hart en de geest van de mens een plek waar Satan kan verblijven, een passende speeltuin voor hem. De mens begrijpt zo onbewust de principes van het mens-zijn niet meer, net zomin als de waarde en het doel van zijn bestaan. De wetten van God en het verbond tussen God en de mens vervaagt geleidelijk in het hart van de mens en de mens zoekt niet langer naar God en geeft Hem geen gehoor meer. Naarmate de tijd verstrijkt, begrijpt de mens niet meer waarom God de mens heeft geschapen, evenmin begrijpt hij de woorden die uit de mond van God komen, noch realiseert hij zich alles dat van God komt. De mens begint zich te verzetten tegen de wetten en besluiten van God; het hart en de geest van de mens raken afgestompt. ... God verliest de mens die Hij oorspronkelijk heeft geschapen en de mens verliest de wortel van zijn oorsprong. Dit is het verdriet van deze mensheid."
...·...·...·...·...·...·...·...·...·...·...·...·...· ...
"De mensheid heeft zich door tienduizenden jaren geschiedenis heen ontwikkeld om te komen tot waar ze nu is. De mensheid van mijn oorspronkelijke schepping is echter al lang geleden in verval geraakt. Ze is al opgehouden te zijn wat ik wil, en zo verdient de mensheid, zoals ze in mijn ogen verschijnt, niet langer de naam van de mensheid. Ze is eerder het uitschot van de mensheid dat Satan gevangen heeft genomen, de rotte wandelende lijken waar Satan in leeft en waarmee hij gekleed is. Mensen geloven niet het kleinste beetje in mijn bestaan, noch verwelkomen ze mijn komst. De mensheid reageert slechts met tegenzin op mijn verzoeken, gaat tijdelijk op ze in en deelt niet oprecht met mij de vreugde en het verdriet in het leven. Omdat mensen mij als ondoorgrondelijk zien, doen ze met tegenzin alsof ze naar me glimlachen, nemen een houding aan van aanschurken tegen wie aan de macht is. Dit komt omdat mensen geen kennis hebben van mijn werk en nog minder van mijn wil in deze tijd."
...·...·...·...·...·...·...·...·...·...·...·...·...· ...
"De mens verloor zijn Godvrezende hart nadat hij verdorven was door Satan en hij verloor de functie die Gods schepselen zouden moeten hebben, en werd dus een ongehoorzame vijand van God. De mens leefde onder Satans domein en volgde Satans bevelen; dus God kreeg geen kans om werk te verrichten onder Zijn schepselen en al zeker niet om vrees van Zijn schepselen te verkrijgen. De mens is door God geschapen en zou God moeten aanbidden, maar de mens keerde juist God de rug toe en aanbad Satan. Satan werd de afgod in het hart van de mens. Zo verloor God Zijn positie in het hart van de mens, wat wil zeggen dat Hij de betekenis van Zijn schepping van de mens heeft verloren. Om dus de betekenis van Zijn schepping van de mens te herstellen, moet Hij de oorspronkelijke gelijkenis van de mens herstellen en de mens van zijn verdorven gezindheid verlossen. Om de mens van Satan terug te winnen, moet Hij de mens van de zonde redden. Alleen op deze manier kan Hij de oorspronkelijke gelijkenis van de mens geleidelijk aan herstellen, de oorspronkelijke functie van de mens herstellen en uiteindelijk Zijn koninkrijk herstellen. De uiteindelijke vernietiging van de kinderen van ongehoorzaamheid zal ook worden uitgevoerd om de mens in staat te stellen God beter te aanbidden en beter op aarde te leven. Aangezien God de mens schiep, zal Hij ervoor zorgen dat de mens Hem aanbidt; aangezien Hij de oorspronkelijke functie van de mens wil herstellen, zal Hij haar volledig herstellen, zonder enige vervalsing. Zijn gezag herstellen, betekent dat Hij ervoor zorgt dat de mens Hem aanbidt en Hem gehoorzaamt; het betekent dat Hij de mens doet leven vanwege Hem en dat Hij Zijn vijanden doet vergaan vanwege Zijn gezag; het betekent dat Hij elk laatste deel van Zichzelf zal laten voortduren onder mensheid, zonder enig verzet van de mens. Het koninkrijk dat Hij wenst te vestigen is Zijn eigen koninkrijk. De mensheid die Hij wenst is er een die Hem aanbidt, een die Hem volledig gehoorzaamt en Zijn glorie omvat. Als Hij de verdorven mensheid niet redt, zal de betekenis van Zijn schepping van de mensheid op niets uitlopen; Hij zal geen gezag meer onder de mensen hebben en Zijn koninkrijk zal niet langer op aarde kunnen bestaan. Als Hij de vijanden die Hem ongehoorzaam zijn niet vernietigt, zal Hij niet in staat zijn om Zijn volledige glorie te verkrijgen, noch zal Hij Zijn koninkrijk op aarde kunnen vestigen. Dit zijn de tekenen van de voltooiing van Zijn werk en de tekenen van Zijn grote prestatie: degenen onder de mensheid die ongehoorzaam aan Hem zijn volledig vernietigen en degenen die compleet gemaakt zijn de rust in te laten gaan."
...·...·...·...·...·...·...·...·...·...·...·...·...· ...